Goede en slechte vetten: wat bedoelt men hiermee?

Onze voeding is opgebouwd uit voedingsstoffen, zoals koolhydraten, vetten en eiwitten. Ongeveer een 30% van onze benodigde energie mag afkomstig zijn uit vet. Alle vetten uit de voeding weglaten is dus geen goed idee. Om gezond te zijn hebben we vetten nodig. Ze hebben verschillende functies in het lichaam en ze helpen in de opname van sommige vitamines.

Welk vet we gebruiken is voor onze gezondheid wel van groot belang. Grof gezien bestaan er twee soorten vetten: verzadigde vetten en onverzadigde vetten.

Onverzadigde vetten:

Onverzadigde vetten hebben een goede invloed op onze cholesterolspiegel en dus op onze gezondheid. Ze doen onze cholesterol dalen.

Plantaardige olie, margarines, noten, zaden, pitten, avocado en vette vis (zalm, haring, paling, makreel, sardientjes) zijn goede bronnen.

Voor je gezondheid is het aangeraden om dagelijks een lepel plantaardig vet te gebruiken voor de bereiding van de warme maaltijd. Ook je brood kan je dun besmeren met plantaardige minarines. Best zet je ook wekelijks vette vis op het menu.

Sommige plantaardige vetten bevatten echter veel verzadigd vet en doen onze cholesterol stijgen. Voorbeelden hiervan zijn kokosvet en palmolie. Deze vetten vermijd je best.

Verzadigde vetten:

Verzadigde vetten hebben doen onze cholesterol stijgen en hebben een negatief effect op onze gezondheid. We vinden ze vooral terug in dierlijke bronnen: zoals vet vlees, volle melkproducten, boter, kaas en eieren.

Gebruik van deze voedingsmiddelen dus liever de magere varianten.

Misschien heb je ook al eens gehoord van transvetten? Dit zijn vetzuren die zich gedragen als verzadigde vetten (en dus slecht zijn voor onze gezondheid) Ze ontstaan bij het harden van onverzadigd vet in de industrie. Koekjes, gebak, sommige margarines zijn belangrijke bronnen.